Jules d’Airoles
Plukken: eind oktober – proeverij: december ā januari
Jules d’Airoles ‘is een winterpeer verkregen in 1857 door de beroemde Belgische zaaier FranƧois-Xavier GrĆ©goire-NĆ©lis.
De vorm is conisch of piriform afgeknot, een beetje langwerpig, stompe, redelijk regelmatig. Fruit wordt vaak in trossen geproduceerd.
De opperhuid is erg glad, vrij dik, een lichtgroene gele ring van fijne ruwheid rond de steel, mooie wang gewassen met karmijnrode zijde blootgesteld aan de zon.
Het vruchtvlees is wit, na het plukken, zeer stevig, grof, scherp en samentrekkend, maar na enkele weken opslag wordt het mifine, sappig, zoet en scherp van smaak, enigszins ‘wijnachtig’ afhankelijk van de jaren en plaatsen.
De vruchten moeten na enkele maanden opslag in vers en geventileerd fruit worden geproefd.
Kies vroeg in midden oktober.
Proeven: eind november tot januari.
Zeer goede variƫteit aan conservering. De vruchten zijn soms erg klein. Vereist ernstig dunner omdat sterke ontwikkeling van kleine bossen. Maar korte twijgen moeten worden gehouden als ze vrucht dragen. Voorkeur voor zware grond; in lichte en droge grond vallen de vruchten gemakkelijk.
Beschikbaar in leivorm
Beschikbaar in vrije vorm
Slecht stuifmeel. Vroege halve bloei.