Olivier de Serres
Plukdatum: eind oktober ā proefdatum: februari-maart
Olivier de Serres is een oude perenvariĆ«teit. Olivier de Serres is het resultaat van een lekke band van de FortunĆ©-peer uit Angers, rond 1847 verkregen door de heer Boisbunel, een tuinbouwer in Rouen. Van een eerste rapport in 1851 draagt het de naam van de ArdĆØchois Olivier de Serres (1539-1619), de “vader van de agronomie”
Een beetje geschiedenis!
Olivier de Serres, geboren in Villeneuve-de-Berg in 1539 en stierf op 12 juli 1619 op dezelfde plaats, is een Franse agronoom, actief protestant en auteur van een uitgebreid verdrag, het Theater van Landbouw en “mesnage” velden, die 19 reeditions kende van 1600 tot 1675. Hij studeerde wetenschappelijk agrarische technieken en zocht verbetering door middel van experimenten. Vanuit dit oogpunt wordt hij algemeen beschouwd als de vader van de Franse agronomie, hoewel de termen “agronoom” en “agronomie” dateren uit de tweede helft van de 18e eeuw3; het wordt dan “landbouwgrondmanager” genoemd (“mesnager-velden”, volgens de voorwaarden van zijn tijd).
Het is een voor schurft gevoelige variƫteit die op een warme, luchtige plaats moet worden geplant.
De boom slaagt goed, geƫnt op kweepeer of op frank, het leent zich voor alle vormen, behalve op stam. Het is noodzakelijk om het te snijden om zijn grote kracht te compenseren.
De aanbevolen bestuivers zijn Good Christian Williams en Conference, maar het is een onvruchtbare variƫteit, hoewel het rijk bloeit.
Fruit: medium of groot genoeg.
Fruitvorm: pomiform, laag aangezet, hobbelig aan het oppervlak, vooral aan beide polen.
Epidermis: fijn, zacht, lichtgeel, rijkelijk onderbroken door bruine fawn, zwaar gewassen roest.
Vruchtvlees: wit, fijn, volledig smeltend, zeer sappig; met een zoete en geurige smaak.
Kwaliteit: zeer goed
Beschikbaar in leivorm
Beschikbaar in vrije vorm
Slecht stuifmeel. Gemiddelde bloei.